Door veranderende en complexe wet- en regelgeving ontstaat er binnen de flexbranche steeds meer behoefte aan continu scholing. Daarom hebben wij in het voorjaar het initiatief genomen om de behoefte aan permanente educatie te onderzoeken. Dit onderzoek is uitgevoerd door consultant en programmamanager Riet Austie. De resultaten van dit onderzoek zijn nu bekend en delen we graag met je.
Riet heeft brancheorganisaties, opleiders en vertegenwoordigers binnen de flexbranche geïnterviewd. Uit deze gesprekken blijkt dat de behoefte aan een vorm van permanente educatie (PE) groot is. Bij veel uitzendorganisaties is het behalen van het SEU examen al verplicht. Vrijwel iedere organisatie loopt aan tegen de uitdaging hoe zij haar medewerkers blijvend, inhoudelijk goed op de hoogte kan houden van veranderende wet- en regelgeving of op andere actuele thema’s, zoals discriminatie of de nieuwe privacywetgeving.
“Een initiatief als PE getuigt van visie op kwaliteit en is een uitstekend middel om veranderde kennis te toetsen”, aldus één van de deelnemers aan het onderzoek. PE draagt bij aan het borgen van kwaliteit in de branche en inperken van risico’s voortvloeiend uit wet- en regelgeving.
Bijscholing komt de persoonlijke ontwikkeling ten goede. Goed opgeleide, vaste medewerkers in de flexbranche versterken de professionaliteit van de beroepsgroep. Intercedent is nog te vaak een ‘opstapfunctie’. Het zou de branche goed doen als het beroep aantrekkelijker wordt. De invoering van PE kan bijdragen aan het behouden van waardevolle medewerkers. Jezelf blijvend ontwikkelen is hierbij van belang.
Bij het toekennen van PE punten kan gedacht worden aan gestructureerde vormen van educatie zoals cursussen en trainingen die leiden tot verdieping of verbreding van kennis en/of vaardigheden. Keuzes moeten nog gemaakt worden. Daarom is het wenselijk in een vervolgtraject te onderzoeken of ook activiteiten als literatuurstudie, congresdeelname en vaktechnische overleggen onderdeel kunnen uitmaken van de PE.
Herhaling van bekende materie werkt niet motiverend. Het is dus van belang om rekening te houden met het aanwezige kennisniveau. Bij de inrichting moet ermee rekening worden gehouden dat het systeem betaalbaar, toegankelijk en transparant wordt ingericht, maar wel heel effectief, opdat het inderdaad de kwaliteit ten goede komt. Het mag daarbij geen onevenredige belasting op medewerkers leggen. Bovenal kwam uit het onderzoek naar voren dat het systeem branche breed gedragen en georganiseerd zou moeten worden. Dit komt de kostenefficiency en effectiviteit ten goede.
Het onderzoeksrapport geeft concrete handvatten voor de ontwikkeling van permanente educatie. Het SEU bestuur heeft besloten om namens de branche het voortouw te nemen. Een eerste stap is het formeren van een werkgroep waarin flexorganisaties, branche organisaties en opleidingsdeskundigen zijn betrokken. Doel is om gezamenlijk te komen tot een concreet plan van aanpak. Uiteraard worden opleiders in dit proces betrokken. Heb je ideeën of wil je meer informatie over de werkgroep? Neem dan contact op met Barbara Kramer, manager SEU (b.kramer@seu.nl)